Werelderfgoed Nedergermaanse limes
De Nedergermaanse Limes vormde een belangrijk deel van de grens van het Romeinse Rijk. Hij volgde de antieke loop van de Rijn en strekt zich uit over een lengte van ca. 400 kilometer van Katwijk aan Zee tot Bad Breisig (D) in Rijnland-Palts.
Vanaf ongeveer 19 v. Chr. stationeerde keizer Augustus legioenen op de linkeroever van de Rijn. Onder keizer Tiberius (regeerperiode 14-37 n. Chr.) kwam er een einde aan de ambities om de gebieden aan de overzijde van de rivier tot aan de Elbe te onderwerpen. De Rijn scheidde vanaf dat moment het Romeinse legergebied op de linkeroever van de Germaanse nederzettingsgebieden op de rechteroever.
De Romeinen benutten de rivier als natuurlijke barrière. In tegenstelling tot andere delen van de Limes waren hier bij de ‘natte Limes’ geen lineaire grensversterkingen nodig.
Om de grens te beveiligen bevond zich een groot deel van het Romeinse leger langs de Nedergermaanse Limes. Tot dit deel van het leger, de exercitus Germaniae inferioris, behoorde ook de Rijnvloot, de classis Germanica. Langs de Rijn lagen op de linkeroever militaire kampen en forten en enkele wachttorens. Ze waren door de zogenaamde Limesstraße met elkaar verbonden, waarvan de loop voor een groot deel identiek is met de huidige Bundesstraße 9. Deze verkeersader was zowel belangrijk voor het leger, als voor het civiele verkeer.
De archeologische vindplaatsen van de Nedergermaanse Limes illustreren op een bijzondere manier de ontwikkeling van een grens van het Romeinse Rijk en het leven en de culturele uitwisseling in de omgeving ervan. Wegens hun uitzonderlijke universele waarde heeft de UNESCO in juli 2021 een representatieve selectie van 44 archeologische vindplaatsen in de Nedergermaanse Limes als werelderfgoed erkend. In totaal bevinden zich 24 van deze locaties op Duits grondgebied, verspreid over 19 gemeenten in Noordrijn-Westfalen en één in Rijnland-Palts.
Sinds haar erkenning als werelderfgoed maakt de Nedergermaanse Limes ook deel uit van het reeds bestaande seriële en transnationale UNESCO-werelderfgoed "Grenzen van het Romeinse Rijk".
De aanvraag- en werelderfgoedpartners zijn het Koninkrijk der Nederlanden en de deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen en Rijnland-Palts. Het LVR-bureau voor de instandhouding van archeologische monumenten in het Rijnland is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de aanvraag en het technisch toezicht op het werelderfgoed in Noordrijn-Westfalen. Als u vragen of suggesties heeft over de Nedergermaanse Limes, zullen de contactpersonen daar u graag helpen.
Enkele van de belangrijkste militaire bases en burgerlijke centra van de Nedergermaanse Limes bevonden zich langs het ongeveer 230 kilometer lange grensgedeelte in wat nu Noordrijn-Westfalen is. Binnenkort kunt u hier meer te weten komen!
Een ongeveer 20 kilometer lang deel van de Nedergermaanse Limes ligt tegenwoordig in Rijnland-Palts.
Het zuidelijke einde wordt gemarkeerd door het fort Rigomagus, dat op het stadsgebied van Remagen lag. Er bevonden zich een burgerlijke nederzetting en begraafplaatsen. Het fort bestond van 5 v. Chr. tot ca. 450 n. Chr. Ten zuiden ervan, in het Vinxtbachtal bij Bad Breisig, liep de grens tussen de twee Romeinse provincies Neder- en Opper-Germanië.
Op de tegenoverliggende oever, iets verder stroomopwaarts bij de Rijn, begon de Boven-Germaans-Raetische Limes, waartoe het hier gelegen kleine fort Rheinbrohl al hoorde.
In Nederland liep de Nedergermaanse Limes langs het verloop van de Rijn ten tijde van de Romeinen door de huidige provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland van Nijmegen tot Katwijk aan Zee. Dit traject is ongeveer 120 kilometer lang.
Belangrijke plaatsen langs de Nedergermaanse Limes in Nederland zijn o.a. Matilo/Leiden-Roomburg, Fectio/Vechten of Noviomagus/Nijmegen, waar de Romeinen een groot legerkamp bouwden. In Utrecht kunnen onder het Domplein in het stadscentrum de overblijfselen van het Romeinse fort Traiectum worden bezichtigd.