Romeinen in Noordrijn-Westfalen
„Wie zou ooit […] Germanië willen bezoeken, landschappelijk zonder charme, met een ruw klimaat, niet vruchtbaar en troosteloos, tenzij men er vandaan komt?“
(Publius Cornelius Tacitus, Germania, um 100 n. Chr.)
Bij de Romeinse historicus Tacitus kwamen de Germaanse gebieden er wat betreft toerisme en levenskwaliteit niet goed vanaf. Waarom zijn de Romeinen überhaupt zo ver naar het noorden gekomen - en daar 500 jaar lang gebleven? Waarom vonden ze het de moeite waard om in het Hoge Noorden een Romeinse provincie te stichten - met wegen, steden, administratie en een aanzienlijke logistiek? Hoe kon dit alles functioneren, en wat er is tegenwoordig nog van te zien?
Aanvankelijk een kleine stadstaat, groeide Rome in de loop van bijna 700 jaar uit tot een wereldrijk. Maar hoe konden de Romeinen zo machtig worden? En waarom zijn we vandaag de dag niet allemaal Romeinen?
Wat hebben kersen, het watercloset, beton en vloerverwarming met elkaar gemeen?
Al deze voorzieningen waren de exporthits van een antieke hoogontwikkelde cultuur - van het ‘oude Rome’. Romeinse legionairs, ambachtslieden, kooplieden en kolonisten brachten veel vernieuwingen mee naar de noordelijke grenzen van het rijk. Of de lokale bevolking dit zo op prijs stelde?